Geschiedenis van Maleisië
In de 16e eeuw voerden Nederlandse, Britse en Portugese schepen handel via de haven aan de straat van Malacca. De Britten kregen steeds meer invloed op het eiland, hoewel Japan in de Tweede Wereldoorlog Maleisië in handen had. Sinds 1957 is Maleisië onafhankelijk en inmiddels is het uitgegroeid tot een welvarend land. Er is een zeer uitgebreid en goed wegennet en ook de gezondheidszorg is van hoge kwaliteit. Dat de Britten Maleisië lang hebben overheerst, is nog te merken aan het feit dat iedere Maleisiër redelijk tot goed Engels spreekt. De westerse machten kwamen naar Maleisië voor de handel in specerijen en nog steeds kun je in Maleisië heerlijk eten. Elke avond komen er marktjes tevoorschijn waar je heerlijke maaltijden voor spotprijzen kunt eten.
Bevolking in Maleisië
De bevolking van Maleisië is uitzonderlijk gevarieerd. Maleisië wordt ook wel ‘klein Azië’ genoemd, omdat men hier vertegenwoordigers vindt van vrijwel alle Aziatische landen. Dit maakt Maleisië tot een boeiende en kleurrijke samenleving.
Ten eerste zijn er de Bumiputra: inwoners van Maleisië die een culturele binding met het gebied en met elkaar hebben. Zij bestaan ook weer uit verschillende bevolkingsgroepen. Van de bijna 21 miljoen Maleisiërs behoort 59% tot de Bumiputra, de overige 41% bestaat uit chinezen (32%), Indiërs (8,6%) en kleinere groepen Arabieren, Europeanen, en Singhalezen.
Maleisië is in de ware zin van het woord een culturele smeltkroes en alhoewel de islam de nationale religie is, is er waarschijnlijk geen land ter wereld met zo veel verschillende geloofsrichtingen en geloofsuitingen als Maleisië. De in de grondwet vastgelegde vrijheid van godsdienst komt hier ook werkelijk tot uiting.
De Bumiputra hebben voor een groot deel een gemeenschappelijke godsdienst, de islam. Enkele Maleisische volksgroepen zijn christen of animistisch.
Eten en drinken in Maleisië
Door de culturele diversiteit zal het je niet verbazen dat de keuken ook veel invloed heeft van de omringende Aziatische landen (vooral uit China en Indië). Eeuwen geleden kwamen de Europeanen al naar Maleisië voor de specerijen. En nog steeds zijn kaneel, gember, Spaanse peper en koriander van grote invloed op de Maleisische keuken. Rijst en noodles zijn daarbij vaak de basis. Het populairste recept van Maleisië is saté. Deze lekkernij kun je gerust bij een zogeheten ‘warung’ halen, een eenvoudig eettentje. Ter controle kun je kijken of de Maleisiërs hier zelf ook eten.
Je hebt in Maleisië keuze uit alle mogelijke soorten restaurants. Probeer zeker eens het lokale gerecht ‘roti canai’; een licht knapperig pannenkoekje van tarwemeel klaargemaakt op de kookplaat. Bij dit gerecht nuttigt men vaak een ‘teh tarik’; thee gemengd met suiker en melk wat een aantal malen van de ene kan in de andere kan wordt gegoten om het te laten afkoelen en schuimen.
De meeste Maleisiërs eten graag bij de kleine stalletjes langs de weg. Het is algemeen bekend dat hier het beste voedsel te verkrijgen is.
Natuur in Maleisië
Kenmerkend voor het uitgestrekte land zijn de dichtbegroeide bossen in het binnenland. Het Maleisische oerwoud is het oudste ter wereld en is rijk aan verschillende boomsoorten. Maleisië heeft vele natuurparken en deze zijn allemaal met elkaar verbonden. Dit heeft ervoor gezorgd dat Maleisië het grootste ecosysteem ter wereld heeft. De oostkust heeft prachtige tropische stranden, terwijl aan de westkust vooral mangrovebossen en plantages te vinden zijn.
Niet alleen de vegetatie is indrukwekkend in Maleisië. Het land huisvest ook bijzondere diersoorten. In het oerwoud leeft onder meer de Maleisische tijger. Hoewel deze tijger redelijk veel voorkomt is hij zelden te zien. Panters en luipaarden kan men wel af en toe tegenkomen, alhoewel ook dit schuwe dieren zijn. De honingbeer herken je aan zijn zwarte vel met een witte ster erop. Olifanten leven in kleine kuddes diep in het oerwoud. Verder leven in Maleisië de grootste wilde ossen van de wereld (de seladang) die een gewicht kunnen bereiken van meer dan 1500 kilo.